Als ouder weet je dat de puberteit een achtbaan kan zijn. Je eigen puber test je geduld, zoekt grenzen op en kan je soms tot wanhoop drijven. Maar… als het de puber van je partner is, komt er een compleet nieuwe laag bij.
Waarom de puber van je partner ‘next level’ voelt
Je voelt je soms een buitenstaander in je eigen huis.
Je ziet hoe de puber van je partner met deuren smijt, nauwelijks groet en de hele avond op zijn kamer zit. Je ergert je aan de rommel in de woonkamer, de grote mond, de eeuwige discussies over huiswerk of schermtijd.
En als je er wél iets van zegt, hoor je:
“Jij bent niet mijn moeder/vader. Bemoei je er niet mee!”
Bam. Die komt binnen.
Je voelt je machteloos en afgewezen.
En voor je het weet, ligt de spanning niet alleen tussen jou en de puber, maar ook tussen jou en je partner.
De dynamiek achter dit gedrag
Puberteit is de fase van losmaken:
-
Identiteit zoeken: “Wie ben ik? Waar hoor ik bij?”
-
Autonomie vergroten: pubers willen zelf bepalen, ook al zijn hun keuzes niet altijd handig
-
Afstand nemen: soms letterlijk, door op hun kamer te verdwijnen of kortaf te reageren
-
Grenzen testen: kijken hoever ze kunnen gaan, bij jou, bij hun ouder, bij iedereen
In een samengesteld gezin wordt deze fase extra complex.
Een puber heeft niet twee, maar vaak vier volwassenen die iets van hem vinden: twee ouders, een stiefouder en soms een stiefouder aan de andere kant. Dat kan overweldigend zijn.
Ze kunnen dan reageren met:
-
Terugtrekken: de deur dicht, weinig contact
-
Agressie of weerstand: grote mond, boos worden
-
Manipulatie: ouders tegen elkaar uitspelen (“maar papa vindt dat wel goed”)
Voor jou als bonusouder voelt dit extra ingewikkeld: je staat op een soort wankel koord.
Je wil bijdragen aan een fijne sfeer en grenzen stellen, maar je bent bang dat je ‘te veel’ bent en de relatie met de puber of je partner beschadigt.
Drie tips om deze dynamiek te doorbreken
1. Vind je plek als bonusouder
Je hoeft niet de tweede ouder te worden. Je kracht zit juist in de bijrol: de steunpilaar naast je partner.
Laat je partner de primaire opvoedbeslissingen nemen, en zoek jouw toegevoegde waarde. Geef juist wat ruimte aan de puber.
💡 Oefening: Schrijf op welke drie situaties jij níet meer gaat corrigeren. Kies bewust wat je loslaat.
2. Investeer in de relatie met je partner
Veel ruzies over pubers gaan eigenlijk niet over de pubers, maar over de samenwerking.
-
Plan een vast moment om samen de week door te spreken
-
Benoem zonder oordeel waar jij last van hebt (“Ik merk dat ik me terugtrek als hij zo tegen mij praat”)
-
Spreek af wie welke regel handhaaft
3. Zoek verbinding met de puber – zonder te pushen
Je hoeft niet hun beste vriend(in) te worden, maar laat zien dat je er bent.
-
Stel een kleine vraag (“Hoe ging je training?”)
-
Respecteer hun ruimte, maar wees beschikbaar
-
Laat ze zelf meedenken over regels en afspraken, zodat ze zich serieus genomen voelen
Wat dit oplevert
-
Minder strijd in huis
-
Meer rust en voorspelbaarheid
-
Een puber die zich gezien voelt, en daardoor minder de behoefte voelt om alles uit te testen
Jouw mini-stap deze week
Kies één terugkerend strijdpunt en bespreek dit met je partner.
Maak samen een plan: wat laat je los, wat blijft belangrijk, en wie spreekt de regel uit?
Zo voorkom je dat de puber het gevoel heeft dat iedereen tegelijk wat van hem of haar wil.
Loop jij vast op het gedrag van je (bonus)puber?
Stuur me een berichtje via de WhatsApp-knop op mijn website.
Ik denk graag met je mee over hoe jullie meer rust en samenwerking kunnen creëren.