Wie houd je nou eigenlijk voor de gek?

Zelfsabotage in het samengestelde gezin, hoe je jezelf kwijt kunt raken in je eigen goede bedoelingen

Ze doet zó haar best.

Ze heeft er over nagedacht, zich ingelezen, geprobeerd ruimte te geven, haar woorden zorgvuldig gekozen. Ze weet: dit is niet haar gezin van oorsprong. Ze wil niet ‘de boze stiefmoeder’ zijn, geen stempel drukken, geen verstoring veroorzaken. En dus past ze zich aan. Altijd. Ze slikt een opmerking in, glimlacht om een opgetrokken puberwenkbrauw, veegt stilletjes de troep van een kind dat niet van haar is, en zegt: “Het is niet erg.”

Maar diep vanbinnen begint het te knagen.
Want voor wie doet ze dit eigenlijk allemaal?
En belangrijker nog: wie houdt ze voor de gek?

Zachte vormen van zelfsabotage

Zelfsabotage is geen groot woord voor mensen die in een samengesteld gezin leven. Het is eerder een bijna onzichtbare gewoonte die langzaam inslijt. Niet omdat je zwak bent. Maar omdat je zó graag wil dat het goed komt. Omdat je denkt dat harmonie afhangt van hoe goed jij je best doet.

Maar wat als juist dat eindeloze ‘je best doen’ precies is wat je ondermijnt?

“Laat maar, ik trek me wel terug.”

Judith is nu twee jaar samen met haar partner. Hij heeft drie kinderen uit een eerdere relatie. Ze heeft zelf geen kinderen. In het begin probeerde ze aansluiting te vinden  ze bakte cake met de jongste, ging mee naar voetbalwedstrijden, stelde voor om samen een vakantie uit te zoeken.

Maar hoe meer ze zich inzette, hoe meer ze het gevoel kreeg dat ze werd buitengesloten. De kinderen bleven haar ‘u’ noemen, de jongste zette haar bestek apart, de oudste zei, dat hij haar niet als familie zag. Haar partner zei: “Ze hebben tijd nodig.”

Dus Judith besloot ruimte te geven. Ze trok zich steeds iets meer terug. Ze ging wandelen als zij  kwamen. Ze zei niets meer over de rommel. Ze slikte haar opmerkingen in over hoe ze tegen haar partner praatten. Ze bleef op de achtergrond en hoopte dat het vanzelf goed zou komen.

Maar vanbinnen raakte ze zichzelf kwijt.
Zelfsabotage in de vorm van terugtrekgedrag.
Een vorm van zelfbescherming, die haar uiteindelijk alleen maar verder op afstand zette.

“Ik ben er altijd, niemand vraagt zich af hoe het met míj is.”

Lieke heeft een kind uit een vorige relatie en woont sinds anderhalf jaar samen met haar nieuwe partner. Hij heeft ook een dochter. Lieke is zorgzaam, warm, betrokken en neemt als vanzelf veel op zich.

Ze zorgt voor ontbijt, brengt de kinderen naar school, regelt oppas, verjaardagen, logeerpartijen, én probeert in alles rekening te houden met de gevoeligheden van ‘haar’ ex én die van hem. En steeds als haar partner zegt: “Zullen we het samen doen?” is zij al tien stappen vooruit. Gewoon, omdat het sneller is. Omdat het anders blijft liggen. Omdat ze denkt: “Hij ziet het toch niet.”

Maar op een zondagmiddag, als ze uitgeteld op de bank zit, haar kind jengelt en zijn dochter haar straal negeert, merkt ze dat ze in huilen uitbarst. Uit het niets. Of toch niet?

Zelfsabotage in de vorm van te veel doen.
Alles regelen, alles dragen, alles voor zijn. En vergeten dat zij óók nog bestaat.

Wil je onderzoeken of jij jezelf aan het saboteren bent in je samengestelde gezin? Stuur me een whats app berichtje, dan denk ik even met je mee.

“Ik zeg er maar niks van, anders denkt hij weer dat ik te moeilijk ben.”

Sanne leeft al drie jaar samen met haar vriend. Hij heeft een zoon van dertien. De band met hem is oké  als in: het schuurt niet, maar warm is het ook niet. Wat vooral schuurt, is de manier waarop haar partner opvoedt. Of eigenlijk: níet opvoedt.

De puberzoon komt binnen, knikt amper, eet met zijn mond open, laat alles slingeren en kijkt haar niet aan als ze iets vraagt. Sanne voelt irritatie, ongemak, boosheid zelfs. Maar ze zegt niets. Want haar vriend heeft eerder gezegd dat hij zijn kind niet wil verliezen. En dat hij het al moeilijk genoeg vindt. Dus Sanne zegt: “Ach, het is een fase.” Maar elke keer dat ze het wegslikt, groeit het ongemak tussen hen. De afstand. De eenzaamheid.

Zelfsabotage in de vorm van stilzwijgen.
Haar stem verdwijnt. Haar plek wordt onzichtbaar.

De vraag die blijft hangen

Al deze mensen zijn niet zwak, niet fout, niet hysterisch of overgevoelig.
Ze zijn precies het tegenovergestelde: loyaal. Gecommitteerd. Vol verlangen naar rust, liefde, verbinding.

Maar de pijnlijke waarheid is: Hoe harder je werkt aan harmonie ten koste van jezelf, hoe verder je juist verwijderd raakt van die harmonie.

Je zet jezelf buiten spel.
Je laat niet zien wie je bent.
Je stelt geen grens. Je stelt geen vraag.
En je vraagt je af waarom je niet gezien wordt.

Wie houd je dan eigenlijk voor de gek?

Tijd voor een nieuwe strategie

Zelfsabotage is geen karakterfout. Het is oud gedrag dat ooit logisch was maar nu pijn doet.
De oplossing zit niet in harder werken. Niet in nóg beter je best doen.
Maar in: eerlijk zijn. Tegen jezelf. En daarna tegen de ander.

Want je bent niet lastig. Je bent aanwezig.
Je bent niet te gevoelig. Je voelt gewoon wat er speelt.
Je bent niet té veel. Je bent van waarde.

Wil jij kijken of jij jezelf saboteert?

Het hoeft niet altijd groot te zijn. Soms zit het in iets kleins. Een opmerking die je inslikt. Een taak die je overneemt. Een grens die je verlegt terwijl je hem voelt.
En soms is één reflectie al genoeg om dat patroon te doorbreken.

Wil je even sparren? Stuur me een WhatsApp.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reviews

WhatsApp Stel gerust je vraag