Je zult het niet van de daken schreeuwen. Maar diep vanbinnen weet je het wel.
Dat schuldgevoel. Omdat je gezin ‘mislukt’ is.
Omdat je kind verdriet had.
Omdat je niet vol kon houden.
Of juist omdat je wél bleef, terwijl het eigenlijk al niet meer werkte.
Ik ben bijna niemand tegengekomen die het níét voelde.
Na een scheiding loopt er bij bijna elke ouder een onderstroom van schuldgevoel mee.
Soms heel zichtbaar: “Ik moet het goedmaken.”
Soms juist stilletjes: “Ik mag niet nóg meer fout doen.”
En vaak ook: “Wat als mijn kind straks liever bij de ander wil zijn?”
Want ja die angst leeft óók.
En als je niet oppast, gaat het te veel bepalen en neemt schuldgevoel het stuur over
Hoe ziet dat eruit in de praktijk?
-
Je geeft extra veel toe, ook als je voelt dat het eigenlijk niet klopt.
-
Je maakt geen ruzie, uit angst dat je kind het ‘gedoe zat is’ en kiest voor rust bij de ander.
-
Je durft geen grenzen te stellen, omdat je bang bent dat je kind je afwijst.
-
Je blijft onduidelijk, want “misschien heb ik al genoeg schade aangericht.”
En zo komt er iets scheef te staan.
Je wordt niet meer ouder, maar de ‘aangename optie’.
Of je gaat pleasen, omdat je bang bent om te verliezen.
En in plaats van je kind veiligheid en structuur te bieden, geef je ruimte… zóveel ruimte dat je jezelf kwijtraakt en je nieuwe partner
Wil je dat we meedenken? Stel je vraag via de whats app button
Schuld én angst: een gevaarlijke cocktail
Wat deze dynamiek extra complex maakt, is dat het meestal niet gaat om slechte intenties.
Je wilt het juist goed doen.
Je wilt je kind beschermen.
En diep vanbinnen ben je misschien bang dat jij de ouder bent die kapotmaakte wat ooit een gezin was.
Dus compenseer je.
Maar dat is geen liefde.
Dat is overlevingsgedrag.
En het helpt je kind niet, integendeel.
Kinderen vangen het feilloos op
Kinderen merken het als jij uit angst of schuldgevoel handelt.
En dat legt bij hen een onzichtbare last neer:
-
Ze gaan zorgen voor jouw gemoedstoestand.
-
Ze testen hoever ze kunnen gaan.
-
Of ze gaan precies dáár naartoe waar de grens ontbreekt en worden daar onrustig van.
Soms ontstaat er zelfs een loyaal conflict:
“Bij papa mag ik meer.”
“Bij mama hoef ik niks.”
En in plaats van rust ontstaat onveiligheid.
Want grenzen geven duidelijkheid. En kinderen snakken daarnaar zelfs als ze het niet laten merken.
Wat kun je dan wél doen?
Niet harder je best doen.
Niet meer toegeven.
En ook niet keihard worden uit zelfbescherming.
Maar: je schuld en je angst aankijken.
-
Wat draag ik eigenlijk nog uit het verleden?
-
Wat wil ik goedmaken en is dat echt mijn taak?
-
Wat ben ik bang kwijt te raken, als ik duidelijk ben?
Als je daar helderheid in krijgt, kun je je plek weer innemen.
Niet als perfecte ouder, maar als stevige ouder.
Als iemand die keuzes maakt op basis van liefde én leiderschap.
Want dat is wat jouw kind nodig heeft.
De kern is dit:
Je hoeft je verleden niet goed te maken.
Je hoeft niet bang te zijn dat je kind je verlaat als jij begrenst.
En je hoeft niet de leukste ouder te zijn.
Je hoeft alleen aanwezig te zijn in je rol, in je liefde, in je verantwoordelijkheid.
En als je daar hulp bij nodig hebt?
Dan ben je niet zwak.
Dan ben je juist moedig.
Want schuldgevoel verdwijnt niet vanzelf.
Maar het kan wél opgeruimd worden.
En wat je dan terugkrijgt, is rust.
Duidelijkheid.
En het vertrouwen dat jij je kind geeft wat het écht nodig heeft.
Dat is geen overcompensatie.
Dat is opvoeden.
Wil je dat we meedenken? Stel je vraag via de whats app button