Waarom ik geen boeman wil zijn in mijn stiefgezin waar ik van hou

Vrijdagavond. De deurbel, twee rugzakken, een knuffel met een slap oor. Ik glimlach, te opgewekt, zo eentje waarvan je later denkt: wie probeerde je precies te overtuigen. Hij tilt jassen op, roept om pizza, ik zet borden neer. En dan die eerste ping.

Het is een heel vriendelijk pingetje. Maar het trekt de kamer scheef. Hij kijkt, typt terug, fronst dat hij zo wel even belt. De kinderen hangen over de rugleuning van de bank en vragen wie dat was. Niemand, zegt hij. Ik hoor de stilte achter dat woord.

We eten. De jongste laat zijn korstjes liggen. De oudste vraagt of hij zondag eerder terug kan, want oma heeft iets gepland. Oma van moeders kant. Alles in mij wil soepel zijn. Natuurlijk kan dat. We doen flexibel. We zijn modern. Het tweede pingetje klinkt. Ik zet de schaal sla neer en merk dat mijn adem stokt.

In de badkamer later die avond staat mijn mascara op de wastafel alsof het iets kan redden. Ik hoor hem zacht praten in de slaapkamer. Hij loopt naar beneden met die stem die hij voor haar bewaart. Vriendelijk. Praktisch. Te veel van wat ooit was. Ik leg de mascara terug in het tasje en kijk in de spiegel naar iemand die haar best doet om niet lastig te zijn.

Zaterdag in de supermarkt staat de jongste te dansen voor het vak met toetjes. De oudste wil chips. Hij wil geen ruzie. Ik wil geen ruzie. Niemand wil ruzie, daarom barst het vaak ergens anders. Ik hoor mezelf zeggen dat we thuis ook fruit hebben en voel hoe ik meteen al de boeman ben. Wanneer heb ik precies gesolliciteerd naar deze rol.

Bij het afrekenen nog een ping. Zij vraagt hoe het gaat, of de jongste zijn neusspray al heeft gehad, of hij wel op tijd naar bed gaat omdat hij anders zo moe is maandag. Hij zegt dat het goed komt, belooft te appen als ze naar bed gaan. Ik kijk naar de lopende band en voel hoe het weekend opschuift van ons naar hen.

’s Avonds in de auto op de oprit doe ik iets wat ik alleen nog in series zag. Ik blijf zitten. De radio heel zacht. Ik tel tot honderd en doe het nog een keer. In huis gelach. Water dat in een glas wordt gegoten. Hij die een deur op een kier zet. Alles klinkt dichtbij en ver weg tegelijk. Ik denk aan de versie van mij die hier naartoe reed. Die een picknickkleed in de achterbak legde en dacht dat liefde alles gladstrijkt. Die nog moest leren dat liefde vaak vraagt om grenzen in plaats van glimlachen.

Zondag aan het eind van de middag sluiten we rugzakken. Hij en ik staan even in de gang. Hij zegt dat zijn ex het ook moeilijk vindt, dat ze het los wil laten maar dat het nog niet lukt. Hij vraagt of ik het kan begrijpen. Natuurlijk kan ik dat. Begrip is mijn middle name. Het moeilijkste is mezelf niet verliezen terwijl ik ‘begrijp.

’s Avonds, wanneer de rust als een te groot vest over de bank hangt, zeg ik het. Niet boos. Niet huilerig. Gewoon precies hoe het is. Ik kan dit niet zo. Niet met de appjes aan tafel. Niet met afspraken die veranderen omdat oma iets bedenkt. Niet met mij die de sfeer bewaakt zodat niemand botst. Ik wil geen oorlog. Ik wil grenzen die de vrede bewaken.

Hij kijkt lang. Zegt dat hij bang is om dingen moeilijker te maken voor de kinderen. Dat hij niemand wil teleurstellen. Ik knik. Ik ben ook bang. Maar ik wil niet dat angst ons beleid schrijft.

Wat we afspreken lijkt klein. Twee vaste belmomenten op weekenddagen. Overdag geen losse appjes, behalve bij echte nood. Hij kondigt het aan bij de kinderen en bij haar. Hij steunt mij frontstage wanneer ik een grens zet en we praten pas later over twijfels. Ik beloof op één ding tegelijk te letten en niet op alles. Ik laat het idee los dat ik iedereen gelukkig moet maken om erbij te mogen horen. Hij laat het idee los dat conflict erger is dan onduidelijkheid.

De week erna is stiller. Niet stil stil. Genoeg leven voor twee huizen. Maar de pasta wordt niet meer koud terwijl een gesprek in een andere woonkamer wordt gevoerd. En ik, ik heb gemerkt dat ik ’s avonds niet meer in de auto blijf zitten. Ik loop naar binnen. Ik ben thuis, al is het soms in gedeeltes.

Wat hier gebeurt is niet zeldzaam. In een samengesteld gezin zitten vaak meer mensen aan tafel dan stoelen. Loyaliteit reist mee, onzichtbare verwachtingen ook. De bonusouder heeft wel invloed maar geen automatisch mandaat. En partners die niemand willen belasten, belasten zichzelf. De oplossing is zelden groot. Het is een reeks kleine keuzes die duidelijkheid maken zonder de liefde te verliezen.

Wat je kunt doen als de appjes van een ex mee-eten met het avondeten. Spreek vaste contactmomenten af en noem ze hardop. Laat partner de brug zijn tussen jou en zijn kinderen. Laat je grenzen zien zonder uitlegmarathon. Kies je battles. En geef je systeem tijd. Tijd is in samengestelde gezinnen een groter ingrediënt dan in kerngezinnen. Het is geen tekortkoming. Het is de realiteit.

Wanneer ik nu mijn mascara neerleg, is het gewoon mascara. Geen reddingsboei. Geen teken van vriendelijkheid. Gewoon iets op mijn gezicht. Het echte werk speelt zich af in afspraken die houden, in zinnen die zacht en helder tegelijk zijn, in het leren van een taal die niemand je thuis heeft geleerd en die je toch elke dag spreekt.

En als je dit leest en denkt this is me!. Ik begrijp je. Je bent niet de enige die regelmatig even moet bijkomen in de auto. Het is oké. Het is ingewikkeld. En je kunt het leren sturen.

Wil je dat ik even meekijk welke afspraken in jullie situatie werken. Stuur me een bericht via de WhatsApp button op mijn website. We denken graag met je mee.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reviews

WhatsApp Stel gerust je vraag