Er zijn momenten in een samengesteld gezin waarop je het ineens voelt: “Dit is het niet. Dit is niet het gezin waar ik ooit van droomde.” Je wilde harmonie, vanzelfsprekendheid, iets van wij tegen de wereld. En in plaats daarvan… voel je je soms een buitenstaander in je eigen huis.
Voor veel (stief)ouders is het confronterend om te beseffen dat hun gezin nooit een kerngezin zal zijn. Dat deze liefde, hoe waardevol ook, niet leidt tot dat klassieke plaatje van papa, mama en de kinderen. En dat is pijnlijk.
Rouwen om het ideaalplaatje
Weinig mensen vertellen het je vooraf, maar het accepteren van een samengesteld gezin betekent ook: rouwen om wat er niet (meer) komt. Voor sommigen is dat de droom van een eerste gezin, voor anderen is het het gemis van het vanzelfsprekende ouderschap zonder de dynamiek van ex-partners, loyaliteitsconflicten of de rol van ‘bonus’.
Dit verdriet komt in golven. Soms ben je gewoon blij met je nieuwe liefde en de chaos die erbij hoort. Maar op andere dagen kan het voelen alsof je midden in iemand anders’ verhaal leeft.
“Ik vind mijn partner geweldig, maar soms overvalt het me gewoon: dit is niet het gezin dat ik zelf zou hebben opgebouwd.”
Waarom blijft het verlangen naar het kerngezin terugkomen?
We zijn allemaal gevormd door beelden van het ideale gezin. Films, reclames, onze eigen jeugd of juist de pijn daarvan: het kerngezin is de standaard geworden. En alles wat daar van afwijkt, voelt als ‘net niet’ ook al weet je rationeel dat dat onzin is.
We verlangen naar duidelijkheid, naar vanzelfsprekendheid, naar harmonie. En een samengesteld gezin is per definitie ingewikkelder. Je bouwt aan iets wat al bestond. Je moet je plek vinden in een systeem dat niet op jou gebouwd is.
Als je nu denkt: “maar hoe dan?” Gooi deze vraag in de whats app en we denken met je mee
Wat als je het gewoon níet kunt accepteren?
Voor sommige mensen blijft het wringen. Ze kunnen zich niet volledig overgeven aan het stiefouderschap, aan de dynamiek van ‘andermans kinderen’, aan het gevoel altijd tweede keus te zijn. En dat is geen schande. Het is eerlijk.
De vraag die dan vaak opkomt is: moet ik blijven of gaan?
Het antwoord ligt niet alleen in de vraag of je het nú kunt accepteren, maar of je er ruimte voor kunt maken om ermee om te gaan. Kun je leren verdragen wat je niet kunt veranderen?
Wat kun je doen als je moeite hebt met acceptatie?
Hier zijn vijf stappen die je kunnen helpen:
-
Erken je gevoel zonder oordeel.
Je mág het missen. Je mág verdrietig zijn om wat er niet is. Acceptatie begint met ruimte maken voor de realiteit. -
Rouw bewust.
Sta stil bij het afscheid van het beeld dat je ooit had. Schrijf een brief aan dat ideaalplaatje. Huil erom. Rouwen is een proces. -
Onderzoek wat je raakt.
Waar komt je verdriet of frustratie vandaan? Is het een oude pijn? Of ben je vooral teleurgesteld dat je geen invloed hebt op bepaalde zaken? -
Durf eerlijk te zijn naar je partner.
Niet in verwijt, maar in kwetsbaarheid: “Soms vind ik het moeilijk dat we geen eerste gezin vormen. Dat ligt niet aan jou, maar aan het gemis in mij.” -
Zoek verbinding en steun.
Praat met andere stiefouders, volg een coachtraject of download het e-book over oude pijn. Je hoeft dit niet alleen te dragen.
Wil je even sparren over je samengestelde gezin? Gooi je vraag in de whats app en we denken met je mee
En als het écht niet gaat?
Soms is de conclusie dat je ondanks liefde voor je partner, niet gelukkig kunt worden in deze setting. Dan is het geen falen, maar trouw zijn aan jezelf. En dat mag.