Het moment aan het keukenraam: waarom ik mijn verhaal herschreef (en jij dat ook mag doen)
Er zijn van die momenten in je leven waarop de tijd even stilvalt.
Je staat in een ruimte die je door en door kent en toch lijkt alles anders.
Voor mij was dat het keukenraam van een oud huis uit 1882.
Een droomhuis. Hoge plafonds, oude deuren, een krakende trap.
Het soort huis waarvan ik vroeger dacht: als ik daar ooit mag wonen, dan is mijn leven op orde.
Drie maanden woonde ik er.
Met de vader van mijn dochter.
Twee maanden daarvoor overleed mijn vader.
Ik stond daar met een lauwe mok thee in mijn hand, koude voeten op de houten vloer. Buiten hoorde ik een grasmaaier en een kind lachen. Binnen was het veel te stil.
En toen kwam er een gedachte langs die ik eerst wegduwde, maar die terug bleef komen.
Wat dóe ik hier? In dit huis. Met deze man. In dit leven.
Ik was veertig.
Als het meezat had ik nog veertig jaar.
En ineens zag ik mezelf niet alleen als partner, maar als moeder.
Wat leert mijn dochter, als ik hier blijf?
Als ik mijn mond blijf houden.
Als ik me blijf aanpassen omdat hij ziek is.
Het verhaal waarmee ik was opgegroeid, was helder: een zieke man laat je niet in de steek. Punt.
Maar daar, voor dat raam, ontstond er een tweede verhaal.
Als ik blijf op de plek waar ik nu sta, laat ik iemand anders in de steek.
Mijzelf.
En misschien uiteindelijk ook haar.
De rouw om mijn vader voelde als een steen op mijn borst. Het verstikte me
Ik was bang dat als ik óók nog zou scheiden, het verdriet ondraaglijk zou worden.
Maar ergens voelde ik ook: het verdriet is er toch al.
De vraag is of de pijn die ik voel tenminste ergens kloppend voor is.
Op dat moment voelde ik, heel helder:
ik ben meer waard dan wat ik mezelf nu geef.
Ik mag mezelf zijn.
Ik mag mijn bek open trekken.
Ik mag stoppen met overleven.
En dat is precies waar mijn werk als Stiefexpert over gaat: de plek durven innemen die klopt.
Niet ten koste van iedereen, maar óók niet ten koste van jezelf.
Dit begint niet aan dat keukenraam
Dat inzicht kwam niet uit de lucht vallen.
Op de middelbare school was ik al goed in mezelf kleiner maken.
Lokalen met tl-licht. De geur van natte regenpakken en deo.
Cijfers die tegenvallen. Leraren die zuchten.
Een rapport waar je je voor schaamt.
Daar leerde ik een verhaal over mezelf: als ik maar heel hard mijn best doe, me aanpas en niet lastig ben, dan mag ik blijven.
Dat verhaal heb ik jarenlang geloofd.
In relaties.
In werk.
In mijn rol als moeder en later bonusmoeder.
Tot ik merkte: als ik dit verhaal blijf herhalen, dan raak ik mezelf kwijt.
En geef ik mijn dochter én de kinderen in mijn samengestelde gezin een voorbeeld dat niet klopt met wat ik diep van binnen geloof: dat ieder mens een plek verdient waar hij of zij zichzelf mag zijn.
Van keukenraam naar Stiefexpert
Na dat moment aan het keukenraam ben ik weggegaan.
Niet omdat hij slecht was.
Niet omdat hij het “verdiende” om alleen achter te blijven.
Maar omdat ik het niet langer voor mezelf en voor mijn dochter kon verantwoorden om alleen maar te overleven.
Ik ging alleen verder met haar.
Ik ontdekte opnieuw wie ik ben als moeder.
Ik ging kijken: welke rol neem ik in?
Welke plek gun ik mezelf?
Wat wil ik dat zij leert over liefde, grenzen en keuzes maken?
Parallel daaraan werkte ik met gezinnen in het sociaal domein.
Ik zag ouders die zichzelf voorbij liepen.
Bonusouders die zich permanent afvroegen of ze het wel goed deden.
Kinderen die loyaal probeerden te zijn aan iedereen en zichzelf kwijtraakten.
Ik stapte in samengestelde gezinnen met partners die al kinderen hadden.
Twee huizen. Weekendtassen in de gang. Onzichtbare ex-partners aan tafel.
En ik merkte hoe makkelijk ik weer terugviel in oude patronen: pleasen, redden, gladstrijken.
Tot ik opnieuw besefte: ook hier gaat het over het verhaal dat ik mezelf vertel.
Ben ik de vrouw die zich altijd aanpast?
Of mag ik iemand zijn die haar eigen plek inneemt, als moeder én als bonusmoeder?
Daar is mijn praktijk als Stiefexpert uit ontstaan.
Niet uit een perfect gelopen leven.
Maar uit vallen, opstaan, kiezen en opnieuw beginnen.
Waarom ik dit met jou deel
Dit verhaal gaat niet alleen over mij.
Dit gaat ook over jou.
Misschien sta jij niet letterlijk voor een keukenraam in een oud huis.
Maar misschien herken je wél dat gevoel van: is dit het nou?
Is dit het leven, dit gezin, deze rol die ik voor mezelf had bedacht?
We onderschatten vaak hoeveel invloed het verhaal heeft dat we onszelf vertellen.
Verhalen als:
“Een goede moeder offert zichzelf op.”
“Als bonusouder moet je niet zeuren, je wist waar je aan begon.”
“Hij is al zoveel kwijtgeraakt, ik moet me gewoon aanpassen.”
“Als ik wegga / iets zeg / een grens stel, ben ik egoïstisch.”
Zolang jij deze zinnen blijft geloven, maak je keuzes die daarbij passen.
Je houdt jezelf klein, je schuift je grenzen op, je slikt je woorden in.
Niet omdat je slap bent, maar omdat het verhaal in je hoofd sterker is dan de stem in je buik.
Een nieuw leven begint niet met een ander huis, een andere partner of een ander gezin.
Een nieuw leven begint met een ander verhaal.
Met vragen als:
• Wat vertel ik mezelf op dit moment over wie ik ben als moeder of bonusouder?
• Klopt dat écht, of is het oud pijn, oude schaamte, oude overtuiging?
• Welk verhaal zou ik mijn kind(eren) gunnen dat ze over mij vertellen later?
• En welke kleine keuze kan ik vandaag maken die past bij dat nieuwe verhaal?
Een nieuw verhaal betekent niet dat je alles om moet gooien.
Het betekent wél dat je bewust gaat kiezen welke zinnen je bewaart en welke je niet langer jouw leven laat bepalen.
Voor mij begon het bij dat ene moment aan het keukenraam.
Niet mooi, niet afgerond, niet instagramproof.
Gewoon rauw eerlijk: zo wil ik niet verder.
Misschien is dit blog voor jou zo’n klein keukenraam-moment.
Een eerste flits van: hé, ik mag hier óók een keuze in hebben.
Ik mag onderzoeken welk verhaal ik leef en of dat nog klopt met wie ik wil zijn.
En als je één ding uit dit verhaal meeneemt, laat het dan dit zijn: je bent niet veroordeeld tot het verhaal dat je ooit over jezelf bent gaan geloven.
Je mag herschrijven.
Zacht, stap voor stap, maar wél bewust.
Voor jezelf.
Voor je (bonus)kinderen.
En voor het gezin dat je samen probeert vorm te geven.