Is mijn kind écht gelukkig in ons stiefgezin?

Over loyaliteit, schuldgevoel en wat kinderen ons tussen de regels door proberen te vertellen.

Het is zo’n vraag die ouders vaak pas hardop stellen als ze ergens diep vanbinnen voelen dat het schuurt. Niet per se omdat hun kind zegt dat het niet goed gaat. Integendeel. Veel kinderen zeggen juist weinig. Of ze zeggen dat het prima gaat. Gaan door. Maken hun huiswerk. Zitten op hun kamer. Eten mee. Mopperen soms. Lachen ook. Maar iets klopt er niet. Een soort onderstroom. Iets in de blik. Een gevoel dat je moeilijk kunt vangen, maar dat er wél is. Alsof hun ogen net iets minder glanzen sinds de gezinsdynamiek veranderde.

Lisa bijvoorbeeld, moeder van Ties (12), herkende dat gevoel maar al te goed. Sinds ze was gaan samenwonen met haar nieuwe partner, zag ze haar zoon veranderen. Niet van de ene op de andere dag, maar langzaam. Eerst minder spraakzaam. Toen kortaf. Later teruggetrokken. Hij at wel mee, maar zonder enthousiasme. Hij wilde niet meer mee op pad. Als haar vriend een grapje maakte, keek Ties weg. Of erger nog: reageerde met een snijdende opmerking. Lisa begreep het niet. Haar nieuwe partner was geen bullebak. Hij deed zijn best. En zij ook. Ze gaf Ties ruimte, was liefdevol, dacht ze. En toch… het leek alsof haar zoon steeds verder bij haar vandaan gleed.

Het is niet dat hij letterlijk zei: “Ik ben ongelukkig.” Maar alles in zijn gedrag riep het. Alleen niet in woorden.

En dat is wat zoveel ouders verwart. Ze zoeken naar concrete signalen, terwijl kinderen vaak communiceren via gedrag, via omwegen, via terugtrekking of juist via strijd. Ze zeggen: “Ik ga naar boven.” Maar bedoelen: ik voel me onveilig hier. Ze zeggen: “Hij is stom.” Maar bedoelen: ik weet niet wat mijn plek is sinds hij in ons leven is. Ze zeggen: “Mag ik naar papa?” Maar bedoelen: ik heb daar minder gedoe aan mijn hoofd.

Wat kun je dan doen?

De neiging om te fixen, op te vrolijken, te sturen of te sussen is logisch. Je wilt je kind gelukkig zien. Natuurlijk. Maar soms betekent liefde: ruimte maken voor alles wat er is. Ook voor de verwarring, het ongemak, het verdriet. Zeker in een samengesteld gezin, waarin het kind geen keuze had in de nieuwe situatie, is het belangrijk dat er geen druk ligt op ‘harmonie’.

Durf je als ouder de vraag te stellen: Wat zou mijn kind voelen waar ik liever van wegkijk?
En: Wat zegt mijn kind met zijn gedrag, dat het (nog) niet durft te zeggen met woorden?

Een paar subtiele signalen dat je kind niet lekker in zijn vel zit in het stiefgezin:

  • Vaker op de kamer blijven of schermtijd opzoeken
  • Mijden van gezinsmomenten waar de bonusouder bij is
  • Stilte tijdens het eten
  • Kortaf reageren of sarcastische opmerkingen
  • Meer behoefte aan de andere ouder, of daar ineens alles veel fijner vinden
  • Vaker buikpijn, hoofdpijn, of andere onverklaarbare klachten

En dan?

Begin bij verbinding. Niet bij correctie. Niet bij regels. Maar bij nabijheid. Bij kleine momenten waarop je laat voelen: “Ik zie je. Ook als je niet lacht. Ook als je stil bent. Ook als je moeite hebt met hoe het nu is.”

En misschien is het ook tijd voor reflectie.
Wat heeft je kind eigenlijk moeten loslaten? Hoeveel is er veranderd voor hem of haar? Hoe veilig is het om gevoelens te uiten in jullie huis? En hoe goed luister jij echt, zonder te oordelen, te willen oplossen of te sussen?

Wil je hier dieper in duiken?
In deze afleveringen van mijn podcast Het Stiefmoeder Paradijs vertel ik wat kinderen voelen, maar vaak niet kunnen of durven uitspreken:

🎧 Aflevering 164
🎧 Aflevering 120
🎧 Aflevering 96
🎧 Aflevering 93
🎧 Aflevering 84

Je vindt ze hier

Ook op itunes

En als je voelt: ik wil dit niet op goed geluk blijven doen, maar ik wil begeleid worden om mijn kind en ons gezin echt beter te begrijpen, stuur me dan een bericht.

Je bent welkom!

Marieke

Stiefexpert en (bonus)moeder

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reviews

WhatsApp Stel gerust je vraag