Ze was moe. Niet alleen moe van het werk, of van de ruzies van de pubers in haar samengestelde gezin, maar vooral moe van zichzelf.
“Ik geef hem alles, maar het lijkt nooit genoeg. En ik weet dat ik het zelf in stand houd.”
Sarah is moeder van een zoon van twaalf, Jelle. Sinds twee jaar woont ze samen met haar vriend Mark, die zelf twee dochters heeft. Maar het samengestelde gezin voelt allesbehalve samen. En als we verder praten, komt langzaam naar voren wat er onder de oppervlakte speelt: schuldgevoel.
“Ik voel me zó schuldig naar hem,” zegt ze zacht. “Dat ik ooit ben weggegaan. Dat zijn vader en ik het niet hebben gered. En ik zie hoe hij ploetert. Dus ik maak zijn bed op, ik maak zijn ontbijt, ik breng hem overal naartoe. En ondertussen hoor ik mezelf mopperen tegen Marks dochters omdat ze niks doen. En voel ik hoe ik steeds verder van Mark verwijder.”
Sarah is niet de enige. Schuldgevoel is een van de krachtigste, maar ook meest ondermijnende krachten in een samengesteld gezin.
Schuldgevoel klinkt zorgzaam, maar het maakt je stiefgezin aan het wankelen
Veel ouders hebben na een scheiding last van schuldgevoelens. Ze voelen zich schuldig over de breuk van het gezin, over gemis bij hun kinderen, over de rugzak die ze ‘hebben meegegeven’. Dat schuldgevoel gaat zelden vanzelf weg. En vaak vormt het de stille motor achter allerlei gedrag:
– Kinderen die alles mogen bepalen, uit ‘respect voor hun verdriet’
– Geen grenzen stellen, want: “Ze maken al genoeg mee”
– Nieuwe partners op afstand houden: “Hij is niet hun vader/moeder”
– Alles compenseren met cadeaus, uitjes, knuffels, toegeeflijkheid
Op papier klinkt het misschien liefdevol. Maar in de praktijk levert het onbalans op. Kinderen raken de weg kwijt. Partners voelen zich buitengesloten. Bonuskinderen ervaren scheve verhoudingen. En de ouder zelf? Die raakt steeds verder van zichzelf verwijderd.
Maar schuldgevoel voedt niet alleen scheve verhoudingen in je gezin, het kan ook schadelijk zijn voor je kind zelf. Een kind dat alles mag bepalen of nooit grenzen krijgt, leert onbewust: ‘Ik ben zielig. De wereld moet zich aan mij aanpassen.’ Dat klinkt misschien als bescherming, maar in werkelijkheid geef je je kind geen stevigheid mee. Het leert niet omgaan met teleurstelling, krijgt geen verantwoordelijkheid en mist soms zelfs het gevoel van veiligheid dat duidelijke kaders bieden.
Daarnaast geef je met dat gedrag ook een boodschap af aan je partner. Die ziet een kind dat weinig bijdraagt, veel eist of overal onderuit komt en een ouder die dat toelaat. Voor een buitenstaander, zeker een bonusouder, is dat lastig te begrijpen. Het oordeel ligt dan snel klaar: “Wat een verwende kinderen” of “Wat ben jij een slappe ouder.”
Maar die partner ziet het schuldgevoel niet. Die kent jouw worsteling niet van binnen. Die weet niet dat jij ‘s avonds op de bank zit te piekeren of je wel genoeg doet. Als jij je drijfveren deelt, komt er ruimte voor nuance. Dan kan de ander snappen waarom je soms toegeeft of te ver meegaat. En precies dát opent de deur naar een goed gesprek.
Wat er gebeurde toen Sarah haar schuldgevoel erkende
Tijdens onze sessies onderzocht Sarah waar haar schuldgevoel vandaan kwam. Wat ze probeerde te herstellen. Wat ze hoopte goed te maken. En ook wat het haar opleverde: controle, bevestiging, een tijdelijk gevoel van ‘een goede moeder zijn’.
Langzaam ontdekte ze dat haar schuld haar weerhield van écht aanwezig zijn. Van liefdevol begrenzen. Van samen ouderschap dragen met Mark. Van zichzelf rust en ruimte gunnen.
Ze ging in gesprek met haar zoon. Ze stopte met redden. Ze leerde met kleine stapjes weer vertrouwen op hun band, niet ondanks de breuk, maar dankzij hoe zij hem nu begeleidt. Ze ging de verbinding aan met Marks dochters, vanuit rust in plaats van spanning. En ze merkte dat ook haar relatie met haar ex verbeterde, nu zij minder krampachtig alles wilde ‘goedmaken’.
Schuldgevoel is een slechte raadgever, ook in de liefde
De meeste ouders in samengestelde gezinnen zijn ongelooflijk betrokken. Liefdevol. Zorgzaam. Maar als schuld de sturing overneemt, krijgt niemand wat hij écht nodig heeft: veiligheid, duidelijkheid, samenwerking en oprechte verbinding.
Durf daarom te onderzoeken:
– Wat probeer jij goed te maken?
– Wat doe je uit schuld en niet uit liefde of overtuiging?
– Welke rol speel jij (onbedoeld) in de disbalans?
En stel jezelf de belangrijkste vraag:
Wat zou liefde doen, als schuld er niet tussen zat?